Direct naar artikelinhoud

Deze vijf woningbouwbestuurders en politici krijgen er ongenadig van langs

De parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties kwam vandaag met een vernietigend eindrapport, dat sprak van 'zelfoverschatting, overambitie en soms zelfs fraude en zelfverrijking'. Vooral deze vijf mensen moesten het ontgelden.

Voorzitter van de commissie Roland van Vliet bereidt zich voor op de presentatie van het rapport Parlementaire Enquetecommissie Woningcorporaties.Beeld anp

Erik Staal

Het derivatendrama bij woningcorporatie Vestia was de aanleiding voor de parlementaire enquête en binnen het eindrapport is het met afstand de belangrijkste casus. Speculatie met rentederivaten kostte Vestia en de corporatiesector in 2012 rond de 3 miljard euro. De commissie wijst met grote stelligheid directeur-bestuurder Erik Staal aan als hoofdschuldige aan dit debacle. 'Niet alleen omdat hij formeel eindverantwoordelijk is bij Vestia, maar ook omdat zijn stijl van besturen alle tegengeluid doet verstommen.'

Het was weliswaar zijn frauderende kasbeheerder Marcel de Vries die de derivaten kocht, maar die kreeg daarvoor het 'onbegrensd vertrouwen' en de bevoegdheden van Staal. Ook nadat die is gewaarschuwd voor het feit dat er maar één paar ogen toeziet op de handel en wandel van Marcel de Vries, namelijk het paar ogen van Marcel de Vries, doet Staal niets om zijn lievelingsmedewerker te beteugelen. Hij veronachtzaamt zo de frauderisico's en de financiële risico's die Vestia met de derivaten loopt. De commissie constateert dat Staal tot en met zijn vertrek 'in financiële zin prima voor zichzelf weet te zorgen'. De teleurstellende houding van Staal tijdens de verhogen, maakt het volgens de commissie extra erg: 'Hij (h)erkent zijn formele en morele verantwoordelijkheid onvoldoende en lijkt niet in staat tot zelfsreflectie.'

Erik Staal, voormalig directeur-bestuurder bij VestiaBeeld anp
Zijn stijl van besturen doet alle tegengeluid verstommen

Martijn Rink

'Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is een van de hoofdverantwoordelijken voor het Vestia-drama', schrijft de commissie. Vooral het oordeel over 'manager investor relations' Martijn rink is spijkerhard. Het WSW is het instituut dat leningen borgt die woningcorporaties afsluiten, zodat die uiteindelijk door de staat gegarandeerd zijn. Rink probeerde de corporaties minder afhankelijk te maken van de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank door buitenlandse investeerders voor de corporaties te interesseren. Hij onderhield nauwe banden met zakenbanken en grote corporaties, ook met kasbeheerder Marcel de Vries van Vestia.

Rink was ook een warm pleitbezorger van derivaten, hij keurde ze feitelijk goed. 'Het WSW stimuleerde zo het 'volladen' van Vestia met derivaten, ook als die speculatief waren, op bankieren leken, grote liquiditeitsrisico's kenden en renterisico's niet beperkten maar juist verhoogden', aldus de commissie-Van Vliet. Behalve Rink krijgen ook WSW-directeur Roland van der Post en voorzitter van de raad van commissarissen Marcel van Dam een veeg uit de pan. Deze 'medeverantwoordelijken' van de derivatenramp hebben tijdens de verhoren niet laten merken dat zij hun fouten erkennen.

Martijn RinkBeeld anp
Rink is een van de hoofdverantwoordelijken voor het Vestia-drama

Hubert Möllenkamp - de Maseratiman

Het is geen verrassing dat de commissie Hubert Möllenkamp de mantel uitveegt. De directeur-bestuurder van de Amsterdamse corporatie Rochdale, beter bekend als De Maseratiman, wordt alom getypeerd als Zonnekoning. Möllenkamp zelf vindt dat 'een hetze', maar de commissie kan zich goed in de typering vinden. Hij heeft een Maserati als dienstauto, gebruikt een Spaanse villa van een zakenrelatie, is dominant, gaat ongeremd zijn gang, maakt in zijn eentje de dienst uit en stuurt zijn toezichthouders met een kluitje in het riet.

De Maserati van Möllenkamp - 'ik vond het gewoon een mooie auto'- is symbool geworden voor het ontbreken van een moreel kompas in de corporatiewereld. Zeker nadat Möllenkamp er stiekem in bleef rijden na kritiek. 'Dat heeft geleid tot onnodige imagoschade in de sector', stelt de commissie vast. Möllenkamp gaf in zijn openbaar verhoor wel 'blijk van zelfreflectie', zegt de commissie. 'Het is toch geld van de huurders', zei hij. Maar de commissie stelt ook manipulatie en misleiding vast. 'Hij liegt niet, maar spreekt evenmin de waarheid.'

Hubert Mollenkamp, voormalig bestuursvoorzitter bij RochdaleBeeld anp
Hij liegt niet, maar spreekt evenmin de waarheid

Piet Hein Donner

Van de vele bewindspersonen die 'Wonen' in hun portefeuille hebben gehad, oordeelt de commissie het hardst over Piet Hein Donner, die van oktober 2010 tot december 2011 minister van Binnenlandse Zaken was. Donner heeft de Tweede Kamer bewust niet willen informeren over de problemen bij woningcorporatie Vestia. Dat rekent de commissie hem zeer aan. Het staat 'op gespannen voet met de actieve informatieplicht van de Minister ten opzichte van de Tweede Kamer', staat in het eindrapport. Waar Donner passief blijft terwijl de problemen bij Vestia 'enorm' zijn, grijpt zijn opvolger, Liesbeth Spies meteen in zodra Donner vicepresident van de Raad van State wordt.

Alles wat Donner fout doet, doet Spies goed, suggereert de commissie.
Bij zijn aantreden zet Donner een streep door het beleid van zijn voorganger, PvdA'er Eberhart van der Laan. 'Deze keuze heeft de commissie hogelijk verbaasd.' Donner kiest voor het op afstand zetten van de corporaties met minder inmenging van de overheid. Donner kiest aldus voor het vertrouwen van de corporaties. De commissie koppelt dat besluit direct aan het Vestia-debacle.

Piet Hein Donner, oud-minister van Buitenlandse ZakenBeeld anp
Donner heeft de Tweede Kamer bewust niet willen informeren over de problemen bij woningcorporatie Vestia

Ella Vogelaar

Het oordeel van de commissie over minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Ella Vogelaar (van februari 2007 tot november 2008) is dat zij 'een groot risico heeft genomen'. De commissie heeft het sowieso niet begrepen op alle bewindslieden die de teugels naar de corporaties hebben laten vieren. Wat de commissie betreft moeten de volkshuisvesters zo snel mogelijk naar een zo eng mogelijke taakopvatting. Vogelaar wordt verweten dat ze juist de deuren wagenwijd heeft opengezet voor corporaties die naast volkshuisvesting allerhande andere, soms commerciële activiteiten ontplooiden.

Vogelaar deed dat louter om de leefbaarheid in de wijken te vergroten en wat haar betrof speelden de corporaties daarbij een sleutelrol. Wat de commissie betreft had Vogelaar die sleutel zelf moeten houden. In plaats daarvan sloot ze een 'deal' met de corporaties: die zouden meebetalen aan haar veertig Vogelaarwijken in ruil voor het op een laag pitje zetten van het toezicht. Daarmee gaat Vogelaar voorbij aan 'alle eerdere adviezen die in de jaren daarvoor zijn verschenen'.

Ella Vogelaar, oud-minister van Wonen, Wijken en IntegratieBeeld anp
Ze ging voorbij aan alle eerdere adviezen die in de jaren daarvoor zijn verschenen