Direct naar artikelinhoud

Werk in het basisonderwijs vergt meer

Werk in het basisonderwijs vergt meer
Beeld ANP

Lesgeven in het basisonderwijs vergt zoveel dat docenten hier meer horen te verdienen dan collega's in het voortgezet onderwijs, illustreert Hanneke de Frel, directeur van een basisschool.

Docenten in het voortgezet onderwijs (VO) moeten beter betaald worden dan collega's op de basisschool (het PO), bepleit Wijnand Rietman. Maar veel van zijn argumenten deugen niet. Juist een hogere waardering voor leerkrachten in het PO is op zijn plaats.

VO-docenten zouden een betere en zwaardere opleiding hebben, en de pabo zou relatief eenvoudig zijn. Toch is de pabo, de opleiding voor leraren in het basisonderwijs, steviger dan buitenstaanders vermoeden, met alle minors, onderzoeken, verslagen, stageopdrachten. Toegegeven, het reken- en taalniveau van sommige studenten schoot tekort, maar daar is nu wat aan gedaan. Toelatingseisen voor natuurkunde of wiskunde zijn pittig, en niet voor niets. Ook doorzetters van het mbo kunnen dit aan. Het levende bewijs is de gedreven goede leerkracht die bij ons als onderwijsassistent is begonnen.

Veel PO-docenten volgen tegenwoordig een master of hebben er een gevolgd. Een kroon op hun studie. Zelf heb ik er zelfs twee op zak, maar er nooit een cent meer voor gekregen. Vergeet ook niet dat zij álle vakken moeten bijhouden, de wereld verandert snel, zoals ook docenten in het voortgezet onderwijs hebben gemerkt. Een lesmethode gaat hooguit acht jaar mee.

Als je observeert, luistert en probeert leerlingen te begrijpen, bouw je een band op.

Alle zeilen bijzetten

De functie-eisen in het VO zijn niet zwaarder. Zowel vakdidactisch als pedagogisch is basisonderwijs minstens zo complex. Er is meer individuele aandacht nodig voor het kind, differentiatie in lesgeven is toegenomen en ingewikkelder geworden. Differentiatie betekent binnen een les voortdurend schakelen. Er wordt globaal in drie niveaus lesgegeven. Daarbij zijn er uitzonderingen die stagneren bij lezen of rekenen of hoogbegaafd zijn. Kortom, een leerkracht PO zal alle zeilen bij moeten zetten om de onderwijsbehoefte van leerlingen in kaart te brengen en daar dagelijks op te anticiperen.

Weliswaar heeft de PO-leerkracht de hele week dezelfde leerlingen, maar wel steeds andere lessen, die moeten worden voorbereid. En geef je handvaardigheid dan moet je zelf klei of papier snijden. Even weglopen is er niet bij als er 28 koters voor je neus zitten. Daarbij kun je de pech hebben om twee ADHD'ers, drie dyslecten, een autist, een leerling met dyscalculie en drie hoogbegaafden in de groep te hebben, die extra aandacht vragen. Het VO heeft dat deels uitgefilterd.

Leerkrachten op de basisschool moeten zich elk jaar verantwoorden in functionerings-, plannings- en beoordelingsgesprekken. Als schooldirecteur kom ik in alle groepen zo'n vijf keer per jaar. Dat moet eigenlijk vaker, maar dat lukt nog niet.

Negen tot vijf

Rietman poneert dat klachten vooral gaan over de grote hoeveelheid administratie en papierwerk, en niet over de inhoud. Dit is inderdaad vaak in de media opgemerkt, maar wie zelf onderzoek doet naar ons werk zal zien dat dit overleg wel degelijk over de inhoud gaat. Wij bespreken hoe we lesgeven, wat we belangrijk vinden, welke methode moet worden aangeschaft en hoe we leerlingen zelf verantwoordelijk kunnen maken, dat is namelijk ons vak.

Dat basisschoolleerkrachten erin slagen om overdag tussen negen en vijf het werk rond te krijgen is een fabeltje. De dag begint bij de meesten om kwart voor acht om alles klaar te zetten, zoals digibordlessen. Na schooltijd zijn er vaak leerlingen die nog wat moeten bespreken of ouders die wat willen vragen. Contacturen met ouders op de basisschool zijn vele malen hoger dan op het VO. De leerkracht gaat niet voor kwart over 5 naar huis , heeft dan een dag van 9 uur gemaakt en neemt dan nog veel werk mee.

Als we de leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs dan toch langs de meetlat leggen, wil ik graag een aantal criteria toevoegen. Over het aantal uren, de invloed van de veranderende maatschappij en vooral liefde en passie.

Een circusartiest die ook nog eens buiten het circus door moet werken

De norm is in het onderwijs 1659 uur per jaar. Door andere lestijden is dit voor het VO gunstiger, daar draait een fulltime docent gemiddeld 28 lesuren van 45 minuten, dus 21 klokuren. Een leerkracht op de basisschool maakt gemiddeld 24,75 lesuren. En omdat ze met minder zijn dan op het VO, zijn de taken omvangrijker: zo'n 192 uren per jaar. Denk aan commissies, allerlei vieringen, medezeggenschapsraad en schoonmaken.

Liefde en passie

Bij werken in het onderwijs kunnen liefde en passie niet ontbreken. Als je observeert, luistert en probeert leerlingen te begrijpen, bouw je een band op. Het empathisch vermogen is van groot belang. In het basisonderwijs moeten we daarin veel investeren vanwege de leeftijd, de kwetsbaarheid van deze jonge leerlingen en de verantwoordelijkheid als volwassenen naar hen toe. Die omgang is anders en intensiever dan bij jong volwassenen in het VO.

Mijn conclusie: De docent in het basisonderwijs verdient meer. Hij/zij is een volleerde circusartiest die alle ballen hoog moet houden, balanceert op werk waar kinderen leren en resultaten omhoog moeten, als acrobaat slingert van lesgeven van verschillende vakken naar taken buiten de school en terugzwaait naar een oudergesprek, maar ook als clown de gezellige sfeer in een groep teweeg kan brengen en daardoor een vertrouwensrelatie kan opbouwen. Een circusartiest die ook nog eens buiten het circus door moet werken.

Een geweldige, afwisselende baan, maar ook verantwoordelijk, waarin de liefde en passie voor kinderen voorop moeten staan.