Direct naar artikelinhoud

In de klas voor hoogbegaafde kleuters is geen blok te hoog

In Alkmaar ging dit schooljaar de eerste plusklas van start voor hoogbegaafde kleuters. Is het verstandig om slimme kinderen al zo vroeg dat stempel te geven? 'In principe heeft een kind niets aan een label.'

Moeiteloos noemt de groep kleuters planeten op. Saturnus, Pluto, Jupiter, Aarde, Uranus. "Lees jij maar even of het allemaal klopt", zegt juf Sophie van der Burght tegen een vijfjarige. Die pakt het boekje aan dat bij de glow-in-the-dark wereldbollen hoort, en begint te lezen.

De dertien kleuters die elke maandagmiddag les krijgen in een schoollokaal in Alkmaar kunnen bijna allemaal al lezen. Sommigen kunnen schrijven, rekenen op het niveau van een kind uit groep 5 of tot honderd tellen en terug. Rudi is net vier en maakt geconcentreerd een puzzel van honderd stukjes, Sem van vijf leest voor dat hij nu nog een 'expert' is in de logische puzzeltjes die hij maakt, maar nog een paar 'challenges' en hij is 'master'.

Verschillende klassen

In Alkmaar is dit schooljaar de eerste klas gestart voor hoogbegaafde kleuters. Leerlingen uit groep 1 tot en met groep 3 gaan er op maandagmiddag samen naar school. De plusklas wordt betaald door het samenwerkingsverband in de regio, waar dertien besturen voor basisonderwijs onder vallen. De kinderen zitten dus niet bij elkaar op school, ze komen uit verschillende klassen.

Over het algemeen wordt pas vanaf een jaar of acht gezegd dat kinderen in aanmerking komen voor een plusklas, of zelfs hoogbegaafd zijn. In de strikte zin van het woord zijn kleuters namelijk nog niet hoogbegaafd te noemen. Een IQ van 130 of meer, dat is de traditionele definitie. Maar een IQ is nog niet te testen bij heel jonge kinderen. Die maken zulke grote en grillige sprongen in hun ontwikkeling dat ze op het ene moment buitengewoon intelligent lijken en twee weken later niet meer.

Ze laten ook gedrag zien dat afwijkt van dat van huis-tuin-en-keuken-kleuters

Maar hoogbegaafdheid is veel meer dan een kenmerk van intelligentie, benadrukt orthopedagoog Bianca Groen Sweers, die de plusklas in Alkmaar heeft opgezet en samen met Sophie van der Burght leidt. Deze kinderen kunnen niet alleen eerder en beter lezen of rekenen dan hun leeftijdsgenootjes, ze laten ook gedrag zien dat afwijkt van dat van huis-tuin-en-keuken-kleuters.

Hoogintelligent

"Ze ervaren de wereld op een andere manier", zegt Groen Sweers. "Soms komen ouders van slimme kinderen bij mij en denk ik al meteen: die zijn helemaal niet hoogbegaafd. Die zijn gewoon hoogintelligent."

Een IQ zegt niet alles, benadrukt ze. "Sommige kinderen en volwassenen met een IQ hoger dan 130 functioneren prima. Andere met een IQ dat net iets lager is dan 130, kampen wel met hoogbegaafdheidsproblematiek."

Die IQ-grens is achterhaald, zegt ook ontwikkelingspsycholoog Lianne Hoogeveen. Ze is docent aan de Radboud Universiteit, doet onderzoek naar onderwijs aan getalenteerde kinderen en is als GZ-psycholoog werkzaam bij een centrum voor hoogbegaafdheidsonderzoek. "Ik zeg ook nooit tegen kinderen of volwassenen dat ze hoogbegaafd zijn, ik zeg hoogstens dat hun problemen samenhangen met hoogbegaafdheidsproblematiek."

Woedend

Het is die problematiek waardoor deze kleuters op deze maandagmiddag begeleiding krijgen van twee orthopedagogen. Hoogbegaafde kinderen hebben vaak last van faalangst en leggen de lat voor zichzelf en anderen enorm hoog. Ze hebben moeite met gezag, zijn soms pijnlijk eerlijk en hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Ze kunnen woedend worden als dingen niet gaan zoals afgesproken. "Ik begeleid een meisje in groep zes", vertelt Groen Sweers. "Ze had een prachtig werkstuk gemaakt waar ze een goed cijfer voor had gekregen. Een van haar klasgenootjes had een minder goed werkstuk maar ook een goed cijfer. Omdat ze enorm haar best had gedaan. Dat vindt een hoogbegaafd kind absoluut niet eerlijk."

Waar een gemiddeld kind wat uitprobeert, willen deze kinderen precies weten wat er van ze verwacht wordt

Vandaag bouwen de kleuters raketten. Ze moeten er een knutselen met een wc-rol, een bouwen van blokjes en een bouwtekening maken van een Duplo-raket. "Wat mij nu als eerste opvalt is dat deze kleuters niet doen aan trial-and-error", stelt Groen Sweers vast. Waar een gemiddeld kind wat uitprobeert en wel ziet waar het schip strandt, willen deze kinderen precies weten wat er van ze verwacht wordt. "Of ze doen het niet omdat ze het te simpel vinden, of omdat ze het te moeilijk vinden en niet zeker weten dat het gaat lukken. Dat maakt klassikaal onderwijs ingewikkeld."

Ik kan geen raket bouwen, zegt Rudi, die net nog een puzzel van honderd stukjes maakte en met haar vier jaar al kan lezen en schrijven. Ze weet immers niet wat voor raket ze precíes moet bouwen, mokt ze terwijl ze met haar vinger in de bak met blokjes prikt.

Wappert met de handen

Pas als juf Sophie zegt dat ze gewoon wat mag proberen, dat het niet uitmaakt hoe de raket er uitziet, gaat ze schoorvoetend aan de slag. Een tafel verder knalt de vijfjarige Max bijna uit elkaar van enthousiasme. Hij wappert met zijn handen, springt op en neer en kan niet kiezen uit alle ideeën die hij in zijn hoofd heeft voor zijn raket. Bloedzenuwachtig houdt hij de klok in de gaten, die aangeeft wanneer er moet worden gewisseld.

Het gedrag van deze kinderen lijkt voor een leek op dat van kinderen met een vorm van autisme. "Ja, dat klopt wel", zegt Groen Sweers. "Hoogbegaafde kinderen zijn net als kinderen met autisme niet zo flexibel en snel overprikkeld." Maar waar kinderen met autisme de wereld soms niet goed begrijpen, begrijpen hoogbegaafde kinderen die juist iets te goed. "Als een juf bijvoorbeeld niet duidelijk is in afspraken, of moeite heeft met orde houden, zeggen deze kinderen meteen: 'Mijn juf kan het niet, mijn juf is niet eerlijk. Dus ik hoef niet naar haar te luisteren'."

Ik houd niet van labels en zeg liever: dit kind heeft veel structuur nodig
Ontwikkelingspsycholoog Lianne Hoogeveen

Het gedrag van kinderen die niet goed worden begeleid kan lijken op het gedrag van kinderen met autisme of ADHD, zegt ook ontwikkelingspsycholoog Hoogeveen. "Al houd ik ook niet van die labels. Ik zeg liever: dit kind heeft veel structuur nodig."

Label

In principe heeft een kind niets aan een label, zegt ze. "Het gaat er om dat je kijkt wat een specifiek kind nodig heeft, op een specifiek moment." Hoogeveen vindt de plusklas voor kleuters in Alkmaar, waar ze niet bij betrokken is, een goed idee. "Het is voor kinderen belangrijk om te leren leren. Om faalervaringen te hebben, om te ontdekken dat het oké is als iets niet lukt, te ervaren dat je niet overal de beste in bent. Dat zijn allemaal heel belangrijke vaardigheden in het leven, die hoogintelligente kinderen in een reguliere klas te vaak niet krijgen aangeleerd. Dus ik vind het goed dat het onderwijs voor deze kinderen al vroeg wordt aangepast."

Het zijn vooral dergelijke vaardigheden die de kleuters hier leren, zegt Groen Sweers. "Ik zie een tendens bij alle ouders, niet alleen bij ouders van hoogbegaafde kinderen, dat hun kinderen niet meer gefrustreerd mogen zijn. Alles moet leuk zijn. Terwijl je juist van dingen die mislukken het meeste leert."

Dat is ook de reden dat het volgens haar alleen zin heeft om deze groep kinderen een of meerdere klassen over te laten slaan als ook het onderwijs wordt aangepast. "Anders schieten ze door de stof heen, maar leren ze nog steeds niet om dingen te doen waarvan ze niet zeker weten of ze het kunnen."

Uitzondering

En de vaardigheid om je aan te passen, om te accepteren dat andere kinderen meer tijd of hulp nodig hebben om een som te begrijpen? Leren deze kleuters dat wel, als ze al zo vroeg een uitzondering vormen?

"Deze klas voorkomt juist dat ze zich steeds maar een uitzondering voelen", zegt Groen Sweers. Hoogeveen: "Het is niet erg om je af en toe aan te passen. Maar als je dat constant moet doen, doet dat iets met je eigenwaarde. Kinderen die meer uitdaging nodig hebben dan ze krijgen aangeboden, voelen zich vaak niet gezien en gehoord. Ze hebben het idee dat ze niet de moeite waard zijn. Soms worden ze agressief, soms passen ze zich aan. Hoe dan ook heeft dat gevoel op latere leeftijd gevolgen."

Vrouwen die hoogbegaafd zijn, kampen volgens Groen Sweers meer dan gemiddeld met angststoornissen en depressies. Mannen laten vaker agressief gedrag zien. "Je zelfbeeld moet eerst sterk zijn voor je aan je relatie met anderen kunt werken."

Het is ook Nederlands om het vervelend te vinden dat erg slimme kinderen worden uitgedaagd
Groen Sweers

Daarbij doet niemand moeilijk als kinderen met een groot sporttalent of muzikaal talent al vroeg in een ander team mogen spelen of extra lessen krijgen om de top te halen, verzucht ze. "Het is ook een beetje Nederlands om het wel vervelend te vinden dat erg slimme kinderen worden uitgedaagd tot prestaties op de toppen van hun kunnen."

Aanpassen

Maar de balans tussen aanpassen en uitzonderen is soms best ingewikkeld, geeft Groen Sweers toe. "Sommige kinderen zeggen in een discussie: 'Ja, maar ik ben gewoon veel slimmer'. Daar hebben we het dan over met ze: wat bedoel je daar mee? Zegt dat iets over jou als persoon? Of over hoe je met andere kinderen omgaat? Zo'n opmerking is ook een voorbeeld van een gedragskenmerk van hoogbegaafdheid. Deze kinderen kunnen erg bot zijn."

Hoogbegaafdheid is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een Autisme Spectrum Stoornis of ADHD, niet een door de psychiatrie erkende gedragsstoornis. Zou dat wel moeten, als hoogbegaafde kinderen zo duidelijk ander gedrag vertonen dan veel andere kinderen? Groen Sweers: "Hoogbegaafdheid hoeft van mij niet in de DSM (het overzicht van psychiatrische aandoeningen red.) maar het is wel onhandig dat psychiaters weinig weten van hoogbegaafdheid. Meer kennis zou bijvoorbeeld in de behandeling van depressies wel kunnen helpen."

Dat niet bij iedereen bekend is dat hoogbegaafde kinderen ook gedragsproblemen laten zien is soms lastig, zegt ze. "Sommige ouders denken dat een hoogbegaafd kind hip is, of interessant. Dat is niet zo. Een hoogbegaafd kind brengt de nodige problemen met zich mee."

'Ik zie een tendens bij alle ouders, niet alleen bij ouders van hoogbegaafde kinderen, dat hun kinderen niet meer gefrustreerd mogen zijn. Alles moet leuk zijn.'

Redacteur Laura van Baars interviewde  de hoogbegaafde Floor Sietsma (22) , als 12-jarige de jongste student ooit. Ze deed wiskunde en informatica, maar kiest na haar promotie toch voor iets anders. 'Iets praktisch.' Lees: Hoogbegaafd? Vind dan maar een vak dat niet verveelt